LET OP: Dit topic is meer dan drie jaar geleden geplaatst. De informatie is mogelijk verouderd.

[ archief ] Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Hier kan je jouw opmerkingen en klachten kwijt over LegioLease.
Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Al vaker heeft PAL geklaagd over het niet publiceren van uitspraken door de rechtbank Amsterdam.
Gisteren heeft PAL een nuttig gesprek gehad met de rechtbank Amsterdam omtrent dit onderwerp.
Tot op heden waren er in 2008 slechts 2 uitspraken gepubliceerd terwijl dit er vele honderden zijn.
Vandaag is de rechtbank weer begonnen met het publiceren van uitspraken.
Het zijn nog wel oudere uitspraken, maar de achterstand zal o.i. snel worden ingelopen.
Hopelijk zal de rechtbank doorgaan met het publiceren van uitspraken die de moeite waard zijn om te publiceren.
Hierdoor blijven de gedupeerden en hun advocaten op de hoogte van de jurisprudentie zoals die zich ontwikkelt bij de rechtbank Amsterdam en wordt het ons onthouden van jurisprudentie en daardoor een zekere rechtsongelijkheid hiermee voorkomen.

Even in het kort de 3 uitspraken van vandaag.
In de eerste zaak wijst de rechter de vernietiging af wegens verjaring:
5.4. De kantonrechter is van oordeel dat in het midden kan blijven of [eiser] en [echtgenote eiser] ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomsten waren gehuwd, nu de stelling van Dexia dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW is verjaard in dit geval kan worden gevolgd. Dexia heeft deze stelling onderbouwd door erop te wijzen dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet. [eiser] heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. [eiser] heeft hiertegen aangevoerd dat hij niet eerder dan begin 2005, bij de aanvang van de executiemaatregelen op de hoogte is geraakt van het bestaan van de leaseovereenkomst. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet uitgesloten behoeft te zijn, ware het niet dat [eiser] heeft nagelaten feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit blijkt dat en waarom hij vóór 2005 niet met de leaseovereenkomst bekend was. Van zodanige feiten en omstandigheden is ook overigens niet gebleken.

5.5. In dit licht heeft [eiser] niet voldaan aan de eis dat hij de door Dexia gestelde bekendheid met de leaseovereenkomst gemotiveerd moet betwisten door deze met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Aan de betwisting van [eiser] moet dan ook voorbij worden gegaan en er is geen aanleiding [eiser] ter zake tot bewijs toe te laten. Er kan derhalve van worden uitgegaan dat de bevoegdheid van [eiser] om de leaseovereenkomst te vernietigen is verjaard. De vordering van [eiser] wordt dan ook afgewezen.
Hier de link naar de uitspraak:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9617


In de tweede zaak speelt het schenden van de zorgplicht door Dexia.
Conform het categorie model van de rechtbank wordt cat 2 toegewezen :
6.9. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1 bij de feiten zijn vermeld, is voor [Eiser I, Verweerder II] categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60 % van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage voor rekening van [Eiser I, Verweerder II] komt.
Hier de link naar de uitspraak :
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9642

In de derde zaak wordt de vernietiging na 3 jaar toegewezen ondanks het bezwaar van Dexia dat de vernietiging zou zijn verjaard :
5.4. De verjaringstermijn voor dit beroep is op grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar.
De termijn vangt aan op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. De stelling van Dexia dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet, moge in veel gevallen juist zijn maar is onvoldoende om deze bekendheid ook aan te nemen in gevallen waarin die bekendheid gemotiveerd wordt betwist. Dexia heeft daartoe tevens gewezen op de vooruitbetaling van het verschuldigde bedrag vanaf de en/en -bankrekening die op naam van beide echtgenoten stond zodat [eiser 2] volgens Dexia, in elk geval na ontvangst van het eerste dagafschrift, op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van de lease-overeenkomst. Daarnaast heeft Dexia erop gewezen dat [eiser 2] heeft meegetekend voor de 2e hypotheek waarmee de vooruitbetaling van de lease-overeenkomst werd gefinancierd.

5.5. Daartegenover hebben [eisers] (onweersproken) gesteld dat [eiser 1] zijn eigen bedrijf -een supermarkt- 10 jaar geleden vanwege financiële problemen heeft moeten sluiten. [eiser 1] deed altijd de financiën en [eiser 2] zorgde voor de kinderen en het huishouden. [eiser 1] heeft verder gesteld vanwege fysieke problemen arbeidsgehandicapt te zijn geraakt en dat hij daardoor problemen heeft ondervonden bij het vinden van (betaald) werk. Om de terugval in inkomsten te compenseren, wilde [eiser 1] de maandelijkse lasten verlichten door middel van het afsluiten/oversluiten van de hypotheek tegen een lagere rente. [eiser 1] heeft [eiser 2] slechts ingelicht over het feit dat zij een hypotheek tegen een lagere rente konden krijgen en dat zij daarvoor naar de notaris moesten. [eisers] hebben ter comparitie verklaard dat [eiser 1] [eiser 2] op dat moment er niet van op de hoogte heeft gesteld dat een deel van het bedrag waarvoor de hypotheek werd verstrekt naar Dexia werd overgemaakt in verband met de door [eiser 1] afgesloten lease-overeenkomst. Na het financiële debacle met de supermarkt, wilde [eiser 1] [eiser 2] buiten schot houden en haar niet meer belasten met financiële aangelegenheden. Post van Dexia heeft hij altijd voor haar weggehouden, hetgeen ook eenvoudig was, omdat dit uitsluitend de financiële overzichten betrof die Dexia eenmaal per jaar verstrekte. [eiser 1] heeft [eiser 2] pas in 2005, mede naar aanleiding van een voorlichtingsbijeenkomst over effectenlease in Nuth, ingelicht over de hele kwestie.

5.6. In dit licht heeft Dexia haar stelling dat [eiser 2] de overeenkomst na het verstrijken van de verjaringstermijn heeft vernietigd, naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende met feiten onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd dient te worden en er geen aanleiding is Dexia ter zake tot bewijs toe te laten. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de rente weliswaar vanaf de en/en rekening is vooruitbetaald maar dat het in dit geval slechts om een eenmalige (vooruit)betaling ging. Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [eiser 2] de overeenkomst tijdig heeft vernietigd.
[eiser 1] heeft [eiser 2] pas in 2005, mede naar aanleiding van een voorlichtingsbijeenkomst over effectenlease in Nuth, ingelicht over de hele kwestie.
Ook hier blijkt weer dat de informatie avonden van PAL zeer nuttig zijn geweest.
Hier de link naar de uitspraak
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9651


Dit zijn 3 uitspraken uit 2007.
Meer recent, van 27 augustus 2008, is de volgende uitspraak over de zorgplicht.
De rechtbank volgt het categoriemodel en oordeelt:
4.8. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.2. bij de feiten zijn vermeld, is voor eisende partij categorie 1 (als bedoeld in het onder 4.2. vermelde vonnis van 27 april 2007) van toepassing, zoals in de bijlage vermeld. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient 20% van het nadeel voor rekening van de eisende partij te komen en het resterende percentage voor rekening van Dexia. Voor zover sprake is van fiscaal voordeel is dat in deze verdeling verdisconteerd.
Deze uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 082008.htm

Groeten,
Piet

bromtol
Berichten: 648
Lid geworden op: 22 mei 2005 16:29

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door bromtol »

Lavie,

De rechtvaardiging voor nakoming is het contract. Je kunt niet niet nakomen omdat (je denkt) dat de andere partij niet is nagekomen. Dan heb je hooguit een opschortingsrecht. Je hoeft slecht niet na te komen als het contract ontbonden wordt en dan moet de wanprestatie door de ander ernstig genoeg zijn en moet er ook een schriftelijke ontbinding hebben plaatsgevonden. M.i. is het niet registreren van de aandelen niet ernstig genoeg.

Als jij je op het standpunt stelt dat Dexia niets heeft gekocht, geregistreerd en heeft verkocht, zul je dat moeten stellen en bewijzen. Dexia moet gemotiveerd betwisten.

De zorgplicht voor het sluiten van het contract niet nakomen (onrechtmatige daad) heeft niets te maken met het niet aankopen/registreren van de aandelen ter uitvoering van het contract (wanprestatie).

Natuurlijk is de rente een voordeel dat Dexia genoten heeft, maar dat voordeel wordt gerechtvaardigd door het contract. Je moet die rente dus vorderen als schade die is ontstaan door het sluiten van het contract en zeker niet als ongerechtvaardigde verrijking.

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Na gisteren voorzichtig met 3 uitspraken te zijn begonnen heeft de rechtbank Amsterdam vandaag maar liefst 11 oudere uitspraken uit 2007 en één recente uit 2008 gepubliceerd.

Hier een kort overzicht.
In een zorgplicht zaak oordeelt de rechter:
7.10. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.3. bij de feiten zijn vermeld, is op [eiseres 1, verweerster 2] categorie 2 van toepassing. [eiseres 1, verweerster 2] heeft naar voren gebracht dat zowel zij als haar partner te maken had met diverse psychische en lichamelijke klachten op het moment dat zij werden benaderd door [medewerker NAS financieel adviseurs]. [eiseres 1, verweerster 2] had een zware hernia-operatie ondergaan in juni 1998, waarna zij langdurig heeft moeten revalideren. [echtgenoot eiseres 1, verweerster 2] was destijds aan het revalideren na een herseninfarct. Zij verkeerden op dat moment beiden in een kwetsbare situatie, aldus [eiseres 1, verweerster 2]. Dit is door Dexia ook niet betwist. Rekening houdend met deze situatie dient naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 65% van het nadeel voor rekening van Dexia en het resterend percentage voor rekening van [eiseres 1, verweerster 2] te komen.Bij de vaststelling van dit percentage is tevens rekening gehouden met de fiscale gevolgen van de lease-overeenkomst voor de afnemer.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9684

De tweede zaak is een depot/eegalease/zorglicht zaak en gaat over 5 contracten
De rechter oordeelt o.a.:
5.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op de onderhavige lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Omdat deze schriftelijke toestemming ontbreekt, hadden [eisers] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid. Gelet hierop heeft [eiseres] de lease-overeenkomsten 1, 2 en 3 bij haar brief van 8 februari 2003 op juiste gronden vernietigt.
Dexia heeft in dit verband, met onder meer een beroep op de redelijkheid en billijkheid, gesteld dat [eiser] geen recht heeft op integrale restitutie van de betalingen die hij in het verleden heeft verricht. Dit betoog faalt. Aan art. 1:89 BW ligt immers de gedachte ten grondslag dat de partner, c.q. het gezin, beschermd dient te worden tegen verplichtingen als bedoeld in art. 1:88 BW die zonder toestemming van de ene partner door de ander zijn aangegaan. Hiermee is niet te verenigen dat op de restitutieplicht van Dexia gekort zou worden op grond van omstandigheden die niet aan enige gedraging van die andere partner toegerekend kunnen worden. Dientengevolge dienen alle betalingen van [eiser] aan Dexia ter zake van lease-overeenkomsten 1, 2 en 3 te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [eiser] ter zake van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden.
Ter terechtzitting hebben [eisers] gesteld dat [eiser] van aanvang af wist dat [eiseres] de betreffende lease-overeenkomsten was aangegaan, reden waarom de verjaringstermijn van het beroep op de vernietigingsgrond van artikel 1:89 BW is aangevangen op het moment van totstandkoming van de overeenkomsten. [eiser] heeft eerst bij brief van 3 augustus 2005 een beroep op de vernietigbaarheid van lease-overeenkomsten 4 en 5 gedaan. Daarmee staat vast dat het beroep op de hier bedoelde vernietigbaarheid niet binnen drie jaar nadat [eiser] bekend is geworden met lease-overeenkomsten 4 en 5 heeft plaatsgevonden, zodat het desbetreffende recht is verjaard. De stelling van [eisers] dat Dexia thans op grond van door hun geschetste omstandigheden niet te goeder trouw beroep kan doen op verjaring wordt verworpen, reeds op de grond dat niet is gesteld of gebleken dat [eiser] ten gevolge van uitlatingen van Dexia te laat vorenbedoeld beroep op 1:89 BW heeft gedaan.
Ten aanzien van lease-overeenkomsten 4 en 5 dienen derhalve de overige door [eisers] aangevoerde gronden nader aan de orde te komen.
5.19. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.19 bij de feiten zijn vermeld, is voor [eiseres] categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60 % van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterende percentage voor rekening van [eiseres] komt.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9727

De derde zaak is een eegalease zaak met vernietiging na 3 jaar.
De rechter wijst de vernietiging toe omdat de gedupeerde gemotiveerd heeft aangegeven waarom zij niets wist van de overeenkomst.
Deze uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9729

Ook de vierde zaak is een eegalease zaak.
De rechter oordeelt o.a. :
Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [echtgenoot eiseres 1, verweerster 2] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid, zodat dit beroep slaagt.

6.4. Dientengevolge dienen alle betalingen van [eiseres 1, verweerster 2] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [eiseres 1, verweerster 2] ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft.

6.5. Nu [eiseres 1, verweerster 2] heeft nagelaten de gevraagde gegevens per akte te overleggen, zal de kantonrechter zich in zijn hieronder vermelde beslissing beperken tot de gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot het onder 6.3. genoemde beroep op de vernietigbaarheid.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9742

De vijfde zaak is ook een eegalease zaak met vernietiging na 3 jaar.
De rechter zegt o.a.:
7.5. De verjaringstermijn voor dit beroep is op grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar.
De termijn vangt aan op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. De stelling van Dexia dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet, moge in veel gevallen juist zijn maar is onvoldoende om deze bekendheid ook aan te nemen in gevallen waarin die bekendheid gemotiveerd wordt betwist. Aan deze eis van gemotiveerde betwisting hebben [eiser 1, verweerder 2] en [echtgenote eiser 1, verweerder 2] voldaan. [eiser 1, verweerder 2] heeft aangevoerd dat hij, vanwege zijn verleden als KNIL-militair en het voor zijn generatie en cultuur kenmerkende huwelijkspatroon, altijd de financiële kant van het huishouden regelde. [echtgenote eiser 1, verweerder 2] kreeg van hem huishoudgeld en zij had geen zicht op de bankafschriften. Voorts heeft [eiser 1, verweerder 2] aangevoerd dat [echtgenote eiser 1, verweerder 2] nimmer heeft gewerkt en reeds sinds lange tijd, ongeveer 25 jaar, geestelijk en lichamelijk minder valide is. Zowel [eiser 1, verweerder 2] als hun dochter hebben nimmer met [echtgenote eiser 1, verweerder 2] gesproken over het bestaan van de lease-overeenkomst.

7.6. In dit licht heeft Dexia haar stelling dat [echtgenote eiser 1, verweerder 2] de overeenkomst na het verstrijken van de verjaringstermijn heeft vernietigd, onvoldoende met feiten onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd dient te worden en er geen aanleiding is Dexia ter zake tot bewijs toe te laten. Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [echtgenote eiser 1, verweerder 2] de overeenkomst tijdig heeft vernietigd. Dientengevolge dienen alle betalingen van [eiser 1, verweerder 2] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [eiser 1, verweerder 2] ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9743

De zesde uitspraak is weer een zorgplicht zaak
Hierover zegt de rechter:
7.11. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.3 bij de feiten zijn vermeld, is voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] categorie 2 van toepassing. Dit betekent in dit geval dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60% van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterende percentage voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit hoofde van de lease-overeenkomst genoten fiscale voordelen, waarvan Dexia heeft aangevoerd dat deze in de schadeberekening dienen te worden meegenomen, worden geacht in voornoemd percentage te zijn verdisconteerd.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9770

De zevende uitspraak is een eegalease zaak met vernietiging na 3 jaar.
De rechter oordeelt hierover:
5.5. Ten aanzien van lease-overeenkomst I heeft Dexia aangevoerd dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW is verjaard. De bewijslast daarvan ligt bij Dexia. Dexia heeft daartoe gewezen op betalingen van op grond van deze overeenkomst verschuldigde bedragen die hebben plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op naam van beide echtgenoten stond. Ter comparitie is door [eiseres] aangevoerd dat de bankrekening waarvan de maandelijkse betalingen plaatshadden, eerst vanaf 1 april 2000 een gezamenlijke bankrekening betrof. [eiseres] stelt zich op het standpunt stelt dat zij eerst met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de bankafschriften na 1 april 2000 waarop die betalingen staan vermeld, op de hoogte had kunnen zijn van lease-overeenkomst I. [eiseres] betwist bovendien dat zij kennis nam van de bankafschriften. Zij bemoeide zich niet met de financiën van het gezin.

Ter nadere onderbouwing van haar beroep op verjaring van het vernietigingsrecht ex artikel 1:89 BW, heeft Dexia op de comparitie aanvullend aangevoerd dat het handschrift op de door [eiseres] d.d. 24 april 2003 ondertekende brief gericht aan Dexia, overeenkomt met het handschrift op de aanvraagformulieren van de lease-overeenkomsten. Deze aanvraagformulieren zijn ter comparitie aan zowel de kantonrechter als aan [eiseres] getoond. Hiermee is volgens Dexia voldoende aangetoond dat [eiseres] wetenschap heeft gehad van de aanvraag van lease-overeenkomst I en daarmee met het aangaan hiervan. Volgens Dexia is de verjaringstermijn voor het beroep op artikel 1:89 BW dientengevolge aangevangen voor, maar in ieder geval op of omstreeks 7 juli 1999.

De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] geen helder en eenduidig antwoord heeft kunnen geven op de meerdere malen aan haar gestelde vragen of het handschrift van voornoemde brief haar handschrift betrof en of zij bekend was met de aanvraagformulieren zoals deze door Dexia ter comparitie aan haar zijn getoond. [eiseres] heeft haar verweer dat zij niet bekend was met het aanvraagformulier, dan wel dat voornoemde brief niet door haar is geschreven, onvoldoende met concrete fouten onderbouwd, zodat dit verweer gepasseerd wordt. De kantonrechter gaat er vanuit dat [eiseres] bekend was met de aanvraag van lease-overeenkomst I en logischerwijs dus ook met het bestaan hiervan. Nu de brief waarin [eiseres] zich beroept op de hier bedoelde vernietigbaarheid niet binnen drie jaar na haar bekendheid met de lease-overeenkomst I door [eiseres] is verzonden, is het desbetreffende vernietigingsrecht verjaard. De exacte vaststelling van het eerste moment waarop de maandelijkse betalingen van de en/of rekening van [echtgenoot eiseres] en [eiseres] zijn verricht, is met voornoemde constatering overbodig geworden. Voor zover de vordering van [eiseres] ziet op lease-overeenkomst I wordt deze afgewezen.

5.6. Het beroep op vernietiging van lease-overeenkomst II slaagt daarentegen wel. Nadat [echtgenoot eiseres] in mei 2000 lease-overeenkomst II is aangegaan, heeft [eiseres] binnen drie jaar, immers bij brief van 25 maart 2003, een beroep op de vernietigbaarheid van deze lease-overeenkomst gedaan. Het beroep is derhalve niet verjaard. Dientengevolge dienen alle betalingen van [echtgenoot eiseres] aan Dexia ter zake van lease-overeenkomst II te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [echtgenoot eiseres] ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden. Dit komt neer op terugbetaling van Dexia aan [eiseres] van een bedrag van € 15.237,96.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9761

De achtste uitspraak is weet een eegaleasezaak met vernietiging binnen en buiten 3 jaar.
De rechter oordeelt als volgt :
7.5. Ten aanzien van de overeenkomsten 1 en 2, gedateerd respectievelijk 8 oktober 1996 en 9 juni 1999, wordt overwogen als volgt. Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] is voor het eerst een beroep gedaan op de hier bedoelde vernietigbaarheid in de onder 1.9 bedoelde brief d.d. 1 maart 2005. Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW ten aanzien van deze overeenkomsten is verjaard, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. Dexia heeft daartoe gewezen op betalingen van op grond van de lease-overeenkomsten verschuldigde bedragen die hebben plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op naam van beide echtgenoten stond. Nu zodanige betalingen hebben plaatsgevonden moet er van worden uitgegaan dat [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de hoogte was van de lease-overeenkomsten, met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de bankafschriften waarop die betalingen staan vermeld. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] hebben hun verweer dat dit niet het geval was onvoldoende met nadere feiten toegelicht en onderbouwd, zodat dit verweer gepasseerd wordt. Daarmee staat vast dat het beroep op de hier bedoelde vernietigbaarheid niet binnen drie jaar na bovenbedoelde ontvangstdatum heeft plaatsgevonden, zodat het desbetreffende recht van [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten aanzien van de overeenkomsten 1 en 2 is verjaard.

7.6. Ten aanzien van de overeenkomsten 3 en 4, beiden gedateerd 26 maart 2002, wordt overwogen als volgt. Uit de inhoud van de onder 1.9 bedoelde brief d.d. 1 maart 2005 blijkt dat de betreffende advocaat (ook) namens [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] een beroep deed op de hier bedoelde vernietigbaarheid. Dat beroep is gedaan binnen de verjaringstermijn.

7.7. Gelet op het voorgaande heeft [echtgenote eiser in conventie, verweerder in reconventie] terecht de nietigheid van de lease-overeenkomsten 3 en 4 ingeroepen. Dientengevolge dient hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] per saldo heeft betaald op grond van de overeenkomsten 3 en 4, zijnde in totaal € 7.009,52, verminderd met de daaruit daadwerkelijk ontvangen dividenden ad € 59,03, zijnde in totaal € 6.950,49, door Dexia te worden gerestitueerd.
Maar:
7.10. Uit het voorgaande volgt dat de overeenkomsten 1 en 2 niet zijn vernietigd. Dexia heeft deze wel beëindigd. Uit de door Dexia verstrekte overzichten blijkt dat het (voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie]) nadelig saldo van de eindafrekening van overeenkomst 2 een lager bedrag betreft dan dat van het batig saldo van overeenkomst 1, en dus door verrekening daaruit geheel zal kunnen worden voldaan.
Aangezien er niet geprocedeerd wordt door de partner die heeft meegetekend, komt de schending van de zorgplicht niet ter sprake en kan er dus ook niets worden toegekend conform het categorie model.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9768

De negende zaak is een eegalease zaak.
De rechter is kort in zijn vonnis, hij schrijft o.a. :
1. In het bovengenoemde tussenvonnis is geoordeeld dat de lease-overeenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk is vernietigd. Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor recht in zoverre toewijsbaar is.
1.2. Aangezien de lease-overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd, ontstaat in het kader van de ongedaanmakingsverplichting voor Dexia een verbintenis hetgeen ter zake van de lease-overeenkomst door [persoon 1] aan Dexia is betaald, te restitueren (verminderd met de eventuele door [persoon 1] genoten opbrengsten zoals dividenden). De eigendom van de geleasede effecten verblijft bij Dexia.

1.3. Partijen zijn het erover eens dat [persoon 1] voor een periode van 60 maanden, op of omstreeks de 25ste van de maand een bedrag van € 113,45 aan Dexia heeft voldaan. Dat betekent dat [persoon 1] in totaal € 6.807,00 heeft betaald uit hoofde van zijn betalingsverplichtingen uit de lease-overeenkomst. Er is geen sprake geweest van een dividend-uitkering.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9779

De tiende zaak is een zorgplicht zaak.
De rechter zegt in deze situatie:
1.3. [eiser] was 30 jaar ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomst. Hij heeft de Bio-Mytylschool gevolgd. Dit is een school voor lichamelijk gehandicapten. Daarnaast heeft [eiser] een aantal Mavo-deelcertificaten behaald. Ook heeft hij diploma’s via stichting IVIO behaald. [eiser] is taxichauffeur van beroep. Hij is deels arbeidsongeschikt en ontving gedeeltelijk een Wajonguitkering. Zijn netto inkomen bedroeg € 929,29 ten tijde van het aangaan van de overeenkomst.

Daarbij is in het onderhavige geval van belang dat [eiser] een lichamelijke handicap heeft waardoor zijn motoriek verstoord is, hetgeen zich onder meer uit in een verstoorde coördinatie en langzamer praten. Na veertien jaar en met veel inspanningen heeft [eiser] een aantal MAVO-certificaten behaald. Zijn netto inkomen bedroeg € 929,29 ten tijde van het aangaan van de overeenkomst. Op grond van genoemde omstandigheden brengen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid in het onderhavige geval mee dat 90 % van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage voor rekening van [eiser] dient te blijven.
Het is natuurlijk een schande dat aan deze man een contract is verkocht en geeft aan dat het de banken waren die de dollar tekens in de ogen hadden.
Dexia komt in deze zaak goed weg en verdient in mijn ogen de schandpaal voor datgene wat zij deze man en de zwakkeren in onze samenleving hebben aangedaan!

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9781

De elfde zaak is van onze “vriend” Strengers en daar lusten de honden geen brood van!
Eindelijk dachten we van deze man bevrijd te zijn, maar helaas, hij maakt nog steeds slachtoffers!
Uiteraard wordt deze zaak volledig verloren door de gedupeerde.

De uitspraak is hier te lezen :
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9785

De twaalfde uitspraak is een zorgplicht zaak.
Hierover oordeelt de rechter:
7.10. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.6 bij de feiten zijn vermeld, is voor [eiseres] categorie 1 van toepassing. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient 80 % van het nadeel voor rekening van Dexia te komen en het resterend percentage voor rekening van [eiseres].
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9786

Uiteraard wordt in bijna alle gevallen de wettelijke rente toegewezen, de BKR registratie verwijderd en wordt Dexia veroordeeld om de proceskosten en een stukje advocaatkosten van de gedupeerde te betalen.

Gelukkig heeft de rechtbank Amsterdam positief gereageerd op het verzoek van de stichting PAL om uitspraken te publiceren en is nu bezig met een inhaalactie.
Als deze actie voltooid is zal dit zeker bijdragen tot een beter overzicht van de ontwikkelingen en jurisprudentie in de Dexia zaken bij de rechtbank Amsterdam.
Hierdoor kunnen gedupeerden beter beslissen en advocaten beter adviseren over het wel of niet procederen tegen Dexia.

Het meest volledige overzicht van uitspraken is te vinden via deze link:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... praken.htm

Groeten,
Piet

B17
Berichten: 959
Lid geworden op: 23 okt 2006 11:22

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door B17 »

Perfecte opsteker en uitstekende nieuwsgaring voor de gedupeerden.

b17

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Vandaag, donderdag 4 september 2008, heeft de rechtbank Amsterdam 6 uitspraken uit 2007 gepubliceerd.

De eerste zaak is een zorgplicht zaak.
De rechter oordeelt :
5.20. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.25 bij de feiten zijn vermeld en hetgeen hiervoor is overwogen, is op [eiser] categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 55% van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterende percentage voor rekening van [eiser] komt. In dit verband merkt de kantonrechter op dat het door [eiser] genoten fiscaal voordeel en de te verrekenen dividendbelasting zijn verdisconteerd in dit percentage.
I. veroordeelt Dexia om aan [eiser] te betalen:
- ter zake van lease-overeenkomst 2: € 14.312,39, vermeerderd met de wettelijke rente over 57% van de betalingen, telkens berekend vanaf het moment van betaling;
- ter zake van lease-overeenkomst 3: € 5.614,49, vermeerderd met de wettelijke rente over 30% van de betalingen, telkens berekend vanaf het moment van betaling;
- ter zake van lease-overeenkomst 4: € 3.450,43, vermeerderd met de wettelijke rente over 38% van de betalingen, telkens berekend vanaf het moment van betaling;
- ter zake van lease-overeenkomst 5: € 1.285,07, vermeerderd met de wettelijke rente over 54% van de betalingen, telkens berekend vanaf het moment van betaling;
- ter zake van lease-overeenkomst 6: € 1.063,46 vermeerderd met de wettelijke rente over 51% van de betalingen, telkens berekend vanaf het moment van betaling;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eisers]
gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 106,00
voor het exploot van dagvaarding € 84,31
voor salaris van gemachtigde € 600,00
In totaal € 790,31

IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9851

De tweede zaak is een depotlease zaak
De rechtbank oordeelt zoals bij alle depotlease zaken:
4.2. De verschillende componenten van het door eiser sub 1 geleden nadeel zullen als
volgt aan ieder van partijen worden toegerekend:
A. het waardeverlies van de depotbelegging (het verschil tussen de inleg en de uit het depot betaalde leasetermijnen) komt voor 100% voor rekening van Dexia;
B. de aan Dexia verschuldigde maandtermijnen op overeenkomst 4, vermeerderd met de restant hoofdsom en verminderd met de uitgekeerde of nog uit te keren dividenden, alsmede met de verkoopwaarde van de effecten, komen voor 90% voor rekening van Dexia;
C. de financieringskosten van het depot blijven geheel voor rekening van de afnemer.
Uiteraard komen hier ook nog de wettelijke rente, BKR verwijdering en veroordeling in de proceskosten bij.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9855

De derde zaak is een zorgplicht zaak
De rechter :
5.7.9. Het voorgaande brengt de kantonrechter tot het oordeel dat in deze zaak naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60% van het nadeel voor rekening van Dexia, en het resterende percentage (40%) voor rekening van [eisers] behoort te blijven.
I. veroordeelt Dexia om aan [eisers] te betalen € 21.194,78, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 19.035,03 vanaf 26 juli 2001 tot aan de dag der voldoening en over € 2.159,75 vanaf 16 januari 2007 tot aan de dag der voldoening;

II. veroordeelt Dexia om aan [eisers] te betalen € 1.158,00 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;

III. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [eisers] gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 196,00
voor het exploot van dagvaarding € 84,87
voor salaris van gemachtigde € 800,00
In totaal: € 1.080,87
één en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
de uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9864

De vierde zaak is een vernietigingszaak door de erfgenamen die wordt afgewezen.
De rechter oordeelt:
7.5. Met Dexia is de kantonrechter van oordeel dat de erfgenamen van [echtgenoot eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet kunnen worden aangemerkt als de in artikel 1:89 BW bedoelde andere echtgenoot. Het in artikel 1:89 lid 3 BW bepaalde doet daaraan, anders dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt, niet af. Dat artikel ziet slechts op de situatie, waarin het huwelijk eindigt door de dood van de echtgenoot die zonder toestemming heeft gehandeld. Zie ook de Parlementaire Geschiedenis bij artikel 1:89 BW (Aanpassing BW, Inv. 3, 5 en 6, p. 37 (MvT)). Dit strookt ook met de strekking van artikel 1:88 BW, dat beoogt de andere echtgenoot – [echtgenoot eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – te beschermen en niet de handelend echtgenoot – [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. De bevoegdheid tot vernietiging van de leaseovereenkomsten is derhalve niet op de erfgenamen van [echtgenoot eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgegaan, te meer niet nu, zoals Dexia onweersproken ter comparitie heeft gesteld, het leefmilieu met [echtgenoot eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is vervallen en daarmee eveneens het belang van zijn erfgenamen bij vernietiging. Een zodanig belang is ook niet gesteld of gebleken. Dit betekent dat de bevoegdheid van [echtgenoot eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot vernietiging van de leaseovereenkomsten niet aan zijn erfgenamen toekomt. De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde verklaring voor recht wordt dan ook afgewezen. De overige door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aangevoerde gronden dienen derhalve nader aan de orde te komen.
7.11. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.5. bij de feiten zijn vermeld, is voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 60 % van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage voor rekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] komt.
I. veroordeelt Dexia om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:

(i) - € 7.628,58 in hoofdsom;
- de wettelijke rente berekend over € 4.569,77 vanaf 1 december 1999 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de wettelijke rente berekend over 42% van elke betaling vanaf de respectievelijke betaaldata na 1 december 2004 tot aan de dag der algehele voldoening;
(ii) - € 3.053,81 in hoofdsom;
- de wettelijke rente berekend over € 1.547,99 vanaf 1 december 1999 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de wettelijke rente berekend over 42% van elke betaling vanaf de respectievelijke betaaldata na 1 december 2002 tot aan de dag der algehele voldoening;

(iii) € 700,= aan buitengerechtelijke incassokosten;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
gevallen, tot op heden begroot op:

te betalen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
voor verschuldigd griffierecht € 51,50

te betalen aan de griffier van de rechtbank
voor verschuldigd griffierecht € 51,50
voor het exploot van dagvaarding € 85,60
voor salaris van gemachtigde € 625,00
----------
In totaal € 813,60

III. veroordeelt Dexia om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen verplichtingen uit de leaseovereenkomsten meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,= voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,=;

IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9868

De vijfde zaak is een eegalease zaak met vernietiging na 3 jaar.
De rechter oordeelt hierover:
5.4. De verjaringstermijn voor dit beroep is op grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW 3 jaar.
De termijn vangt aan op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de overeenkomsten. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomsten (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. Dexia heeft daartoe gewezen op betalingen van op grond van de overeenkomsten verschuldigde bedragen die hebben plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op naam van beide echtgenoten stond. Voorts heeft [eiser] ter comparitie verklaard dat hij reeds van het bestaan van de lease-overeenkomsten wist op het moment dat zijn echtgenote de lease-overeenkomsten op respectievelijk 19 september 1997 en 13 november 1998 is aangegaan. Hieruit volgt dat [eiser] zich niet binnen drie jaar na het aangaan van de lease-overeenkomsten op de hier bedoelde vernietigbaarheid heeft beroepen, zodat de desbetreffende bevoegdheid van [eiser] is verjaard. De overige door [eisers] aangevoerde gronden dienen derhalve nader aan de orde te komen.
5.12. Ter comparitie is onweersproken gesteld dat tegenover het inkomen van [eiser] als voetbaltrainer in 1997 en 1998 ook onkosten stonden zodat het gezamenlijk netto-inkomen van [eisers] in die jaren minder dan € 15.000,= per jaar bedroeg. Voorts is gebleken dat de stijging in het spaarsaldo tussen 1997 en 1998 voortkomt uit een tweede hypotheek die [eisers] hebben opgenomen. Dit wordt door de kantonrechter dan ook niet als relevant vermogen aangemerkt. Mede gelet op deze omstandigheden en op de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.5. bij de feiten zijn vermeld, is op [eiseres] categorie 2 van toepassing. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient 60 % van het nadeel voor rekening van Dexia te komen en het resterend percentage voor rekening van [eiseres]. In dit percentage is het fiscale voordeel dat [eiseres] heeft genoten verdisconteerd.
I. veroordeelt Dexia om aan [eiseres] te betalen:
ter zake van lease-overeenkomst I
- € 3.205,40, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over 58,7% van elke betaling vanaf de respectievelijke betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
ter zake van lease-overeenkomst II
- € 3.305,78, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over 53,2% van elke betaling vanaf de respectievelijke betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eisers]
gevallen, tot op heden begroot op:
te betalen aan [eisers]
voor verschuldigd griffierecht € 52,50
te betalen aan de griffier van de Rechtbank
voor verschuldigd griffierecht € 52,50
voor het exploot van dagvaarding € 84,87
voor salaris van gemachtigde € 625,00
-------------------
In totaal € 814,87
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;

III. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9873

De zesde zaak is een zorgplichtzaak.
De rechter oordeelt hierover:
7.9. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.3 bij de feiten zijn vermeld, is voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] categorie II van toepassing. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient in onderhavig geval 65% van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterende percentage (35%) voor rekening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
I. veroordeelt Dexia om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen € 12.892,96, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over dit bedrag vanaf 20 maart 2001 tot aan de dag der algehele voldoening;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 199,00
voor het exploot van dagvaarding € 84,31
voor salaris van gemachtigde € 600,00
In totaal € 883,31
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;

III. veroordeelt Dexia om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,-;

IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9880

Groeten,
Piet

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Vandaag heeft de rechtbank Amsterdam 3 uitspraken gepubliceerd, één uit 2007 en twee recente.
De eerste zaak is een eegalease/zorgplicht zaak met vernietiging binnen en buiten de 3 jaar.
De rechter zegt hierover:
7.1.4. Ten aanzien van leaseovereenkomst II geldt dat de echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] deze, binnen de verjaringstermijn van drie jaar, en derhalve tijdig, heeft vernietigd bij brief van 6 februari 2003 wegens het ontbreken van haar toestemming. Dientengevolge dienen alle betalingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan Dexia ter zake van leaseovereenkomst II te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter zake van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden.

Ten aanzien van leaseovereenkomst I

7.1.5. Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. Dexia heeft daartoe gewezen op betalingen van op grond van de overeenkomst verschuldigde bedragen die hebben plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op naam van beide echtgenoten stond. Aangezien zodanige betalingen hebben plaatsgevonden moet ervan worden uitgegaan dat de echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de hoogte was van de leaseovereenkomst, met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de bankafschriften waarop die betalingen staan vermeld. Het verweer van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt slechts neer op de stelling dat zijn echtgenote zich nimmer bemoeit met de financiële administratie van het gezin. Dat kan – in dit geval – niet worden aangemerkt als een voldoende onderbouwde betwisting als hiervoor bedoeld. Dat betekent dat er van uit moet worden gegaan dat de echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vanaf, of kort na, het aangaan van leaseovereenkomst I op of omstreeks 21 april 1998 (temeer nu in die periode de eerste betalingen van de en/of bankrekening zijn geïncasseerd) op de hoogte moet zijn geweest van leaseovereenkomst I. Dat betekent dat het beroep van de echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de vernietigbaarheid van leaseovereenkomst I wegens strijd met artikel 1:88 BW was verjaard op het moment waarop zij voor het eerst die nietigheid inriep. De overige door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangevoerde gronden dienen derhalve nader aan de orde te komen.

7.4.3.Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de
kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Daarbij is in onderhavig geval van belang dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst vrijwel geen beleggingservaring of een voor beleggen relevante beroepservaring had, en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn vrouw tezamen een netto inkomen hadden van € 2.290,00 per maand en geen of nagenoeg geen vermogen bezaten. Op basis van deze omstandigheden, is voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] categorie 3 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 40 % van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt.
I. veroordeelt Dexia om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 3.515,97 vermeerderd met de wettelijke rente berekend over 38,4 % van de verschillende maandtermijnen vanaf de verschillende betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;

II. veroordeelt Dexia om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 7.301,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2003 over € 1.872,72 en de wettelijke rente vanaf 20 november 2003 over 5.428,76;

III. bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan de onder II. vermelde veroordeling geen rechten kan ontlenen voordat Dexia de eigendom van de 70 aandelen ABN Amro, 38 aandelen Aegon en 21 aandelen ING waarop de leaseovereenkomst ziet heeft terugontvangen althans nadat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan Dexia een bedrag heeft betaald gelijk aan de waarde die de aandelen vertegenwoordigen op 14 november 2007;

IV. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 103,00
voor het exploot van dagvaarding € 85,60
voor salaris van gemachtigde € 750,00
In totaal € 938,60
Één en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9912

De tweede zaak is een zorgplicht zaak.
De rechter oordeelt in deze zaak :
7.10. Zoals nader is toegelicht in het vonnis van 27 april 2007 onderscheidt de kantonrechter voor de toerekening van het nadeel aan ieder van partijen in het hiervoor genoemde kader een aantal categorieën van afnemers. Hoewel [eiser in conventie, verweerder in reconventie] na de comparitie in de gelegenheid is gesteld een nadere onderbouwing van zijn vermogen en inkomen over de jaren 1997 tot en met 2001 te verstrekken, is uit de nader door hem overgelegde gegevens met name het exact tot het beschikking staande vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nog altijd niet (afdoende) vast te stellen. De kantonrechter acht een dergelijke vaststelling en daarmee overlegging van de door Dexia verzochte biljetten van proces in onderhavige kwestie evenwel niet relevant nu reeds op basis van de wel overgelegde stukken een categorie-indeling mogelijk is.

7.11. Voor de bepaling van de categorie-indeling dient telkens per jaar te worden bekeken hoeveel (2/3 van) het totaal van de leasesommen van de tot en met dat betreffende jaar gesloten lease-overeenkomsten was. Alleen wanneer het inkomen in betreffend jaar meer bedroeg dan € 15.000,00 netto alsmede meer dan 2/3 van het totaal van de leasesommen, dan wel wanneer het vermogen in betreffend jaar minimaal even zo groot was als dit totaal, kan er sprake zijn van indeling in categorie 3 of 4. Uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde inkomensverklaringen van de Belastingdienst over de jaren 1997 tot en met 2001 blijkt dat het persoonlijk inkomen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] minus het te betalen belastingbedrag alleen in 1997 zowel hoger was dan € 15.000,00 als hoger dan 2/3 van de leasesom van de in dat jaar gesloten lease-overeenkomst 1. Uit deze verklaringen blijkt tevens dat het vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in 1997 tot en met 2001 telkens op nihil is gesteld. In haar ter rolzitting van 18 juni 2008 ingediende antwoordakte wijst Dexia terecht op de belastingvrije voet voor het vermogen in betreffende jaren (tot 2000 fl. 250.000,00 = € 113.445,00 en vanaf 2000
€ 17.600,00). Echter, wanneer ook hiermee rekening wordt gehouden en er aldus blijkens de inkomensverklaringen sprake zou kunnen zijn van vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] maximaal gelijk aan de door Dexia genoemde belastingvrije voet van ieder jaar, geldt dat dit vermogen in de jaren 1998 tot en met 2001 telkens lager is dan het totaal van het totaal van de leasesommen van de tot en met het betreffende jaar gesloten lease-overeenkomsten.

7.12. Gelet op vorenstaande wordt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor de lease-overeenkomsten 2 tot en met 7 ingedeeld in categorie 2. Rekening houdend met voornoemde onduidelijkheden omtrent het exacte vermogen dient naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 45% van het nadeel uit de lease-overeenkomsten 2 tot en met 7 voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te komen en het resterende percentage voor rekening van Dexia.

7.13. Voor de categorie- indeling van lease-overeenkomst 1 is voorts nog van belang of er sprake is van relevante beleggings aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]. Hiertoe is door Dexia aangevoerd dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten tijde van het aangaan van de lease-overeenkomsten werkzaam is geweest als hypotheekadviseur en in die hoedanigheid bekend moet zijn geweest met beleggingshypotheken. Nu de werking van beleggingshypotheken grotendeels overeen komt met de werking van lease-overeenkomsten, stelt Dexia zich op het standpunt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] beleggingservaring moet worden toegekend. Hoewel [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aangevoerd dat hij met name voor 2000 grotendeels advies uitbracht op het gebied van spaarhypotheken, acht de kantonrechter het onwaarschijnlijk dat hij door zijn beroepservaring geen juist begrip heeft gehad van de werking van de lease-overeenkomsten. In ieder geval moest [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gezien zijn beroep in staat worden geacht de risico’s van de lease-overeenkomst juist in te kunnen schatten, hetgeen de kans dat hij lease-overeenkomst 1 was aangegaan indien Dexia wel aan haar zorgplichten had voldaan, zeer groot moet worden geacht. De kantonrechter acht indeling in categorie 4 dan ook aan de orde. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient 85% van het nadeel voor rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te komen en het resterende percentage voor rekening van Dexia.
I. veroordeelt Dexia om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen:
- ter zake van lease-overeenkomst 1: € 1.106,40, te vermeerderen met de wettelijke
rente berekend over 14,6% van elke uit hoofde van deze lease-overeenkomst door
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte betaling, telkens vanaf de diverse betaaldata tot aan de dag der
algehele voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 2: € 6.972,12, te vermeerderen met de
wettelijke berekend over 17,4% van elke uit hoofde van deze lease-overeenkomst
door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte betaling, telkens vanaf de diverse betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 3: € 3.640,17, te vermeerderen met de
wettelijke berekend over 21,8% van elke uit hoofde van deze lease-overeenkomst
door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte betaling, telkens vanaf de diverse betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 4: € 908,66, te vermeerderen met de
wettelijke berekend over 6,1% van elke uit hoofde van deze lease-overeenkomst
door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte betaling, telkens vanaf de diverse betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 5: € 2.924,10, te vermeerderen met de
wettelijke berekend over 22,3% van elke uit hoofde van deze lease-overeenkomst
door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte betaling, telkens vanaf de diverse betaaldata tot aan de dag der algehele voldoening;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 192,00
voor salaris van gemachtigde € 900,00
totaal € 1.092,00
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;

III. veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen verplichtingen uit hoofde van de lease-overeenkomsten 1 tot en met 5 meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,00;

IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9916

De derde zaak is en zorgplicht zaak waarbij de gedupeerde maar liefst 25 contracten is aangesmeerd!
De rechter hierover :
4.7. Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.2 bij de feiten zijn vermeld, is voor eisende partij ten aanzien van de in 1996 afgesloten lease-overeenkomsten categorie 3 (als bedoeld in het vonnis van 27 april 2007) van toepassing. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dient 60% van het nadeel voor rekening van de eisende partij

te komen, en het resterende percentage voor rekening van Dexia. Ten aanzien van de overige lease-overeenkomsten is categorie 2 van toepassing en dient naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 35% van het nadeel voor rekening van eisende partij te komen en het resterende percentage voor rekening van Dexia. Hierbij wordt echter het navolgende overwogen.

4.8. Dexia was als bij uitstek professioneel en deskundig dienstverlener op het terrein van beleggen in effecten jegens een particuliere, niet professionele cliënt als [eiser in conventie, verweerder in reconventie], tot een bijzondere zorgplicht gehouden. Uit deze zorgplicht vloeit onder andere voort dat Dexia niet aan het tot stand komen van de effectenlease-overeenkomsten had mogen meewerken zonder zich ervan te hebben vergewist dat de overeenkomsten met hun denkbare consequenties in redelijke verhouding zouden staan tot de financiële en overige omstandigheden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie].
Tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Dexia is een zeer groot aantal lease-overeenkomsten gesloten, met een totaal aan leasesommen van € 262.734,90. Noch het vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie], noch zijn inkomen, stond in redelijke verhouding tot de verplichtingen die op grond van de lease-overeenkomsten op hem kwamen te rusten, met name gelet op de schulden die na afloop van de overeenkomsten voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zouden kunnen resteren.

4.9. Dexia heeft ter comparitie verklaard dat voor het aangaan van iedere lease-overeenkomst een acceptatieprocedure werd gevolgd. Die procedure hield in dat Dexia bij het vaststellen van de bestedingslimiet van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet alleen naar zijn inkomen keek, maar ook de koerswaarde van de geleasete effecten van de eerder met hem gesloten overeenkomsten in aanmerking nam, als zijnde vermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]. In verband daarmee heeft Dexia een overzicht in de procedure gebracht waaruit die koerswaarde in verhouding tot de aangegane verplichtingen blijkt. Volgens Dexia was deze koerswaarde (vrijwel) steeds voldoende om de verplichtingen uit nieuw te sluiten lease-overeenkomsten te dekken.

4.10. De kantonrechter kan Dexia hierin niet volgen. Dexia had zich immers rekenschap dienen te geven van het geenszins denkbeeldige gevaar, dat zich ook heeft verwezenlijkt, dat zich langdurige koersdalingen zouden voordoen, in welk geval de opbrengst van de bedoelde effecten niet eens toereikend zou zijn om de leensom af te lossen, laat staan dat daarmee de verplichtingen uit andere lease-overeenkomsten zouden kunnen worden voldaan. Dit klemt temeer nu in effectenleaseconstructies de waarde van de geleasete effecten veelal niet op het meest gunstige moment kan worden verzilverd maar slechts aan het einde van de vastgestelde looptijd en alleen op een ander moment, al dan niet tegen bijbetaling, voor zover daarin bij overeenkomst is voorzien. Daarbij komt nog dat niet gesteld of gebleken is dat Dexia [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had medegedeeld dat op grond van deze vaststelling van zijn bestedingslimiet nieuwe lease-overeenkomsten werden geaccepteerd, of dat zij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had gewaarschuwd voor een (mogelijke) wanverhouding tussen zijn betalingsverplichtingen en zijn inkomens- en vermogenspositie.

4.11. Gezien bovenstaande moet geoordeeld worden dat Dexia [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op onverantwoorde wijze heeft blootgesteld aan de gevolgen van koersverliezen. De kantonrechter vindt hierin aanleiding te bepalen dat iedere vergoedingsplicht, die bij toepassing van het categoriemodel op [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt te rusten, met toepassing van de billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW geheel vervalt.
I. veroordeelt Dexia om aan eisende partij te betalen

- ter zake van lease-overeenkomst I een bedrag van € 1.046,55 te vermeerderen met de wettelijke rente over 35.8% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 1 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 2 een bedrag van € 921,72 te vermeerderen met de wettelijke rente over 26,4% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 2 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 3 een bedrag van € 682,26 te vermeerderen met de wettelijke rente over 65,3% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 3 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 4 een bedrag van € 571,60 te vermeerderen met de wettelijke rente over 50,3% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 4 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 8 een bedrag van € 1.865,41 te vermeerderen met de wettelijke rente over 74,1% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 8 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 9 een bedrag van € 3.065,73 te vermeerderen met de wettelijke rente over 97,3% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 9 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 11 een bedrag van € 3.479,76 te vermeerderen met de wettelijke rente over 54,2% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 11 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 12 een bedrag van € 446,29 te vermeerderen met de wettelijke rente over 24,1% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 12 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 14 een bedrag van € 391,36 te vermeerderen met de wettelijke rente over 9,8% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 14 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 15 een bedrag van € 2.009,68 te vermeerderen met de wettelijke rente over 55,9% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 15 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 16 een bedrag van € 1.319,53 te vermeerderen met de wettelijke rente over 32% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 16 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 17 een bedrag van € 211,37 te vermeerderen met de wettelijke rente over 15,5% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 17 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 18 een bedrag van € 2.620,07 te vermeerderen met de wettelijke rente over 54,3% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 18 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 22 een bedrag van € 84,75 te vermeerderen met de wettelijke rente over 11,9% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 22 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;
- ter zake van lease-overeenkomst 25 een bedrag van € 251,74 te vermeerderen met de wettelijke rente over 13,2% van alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van lease-overeenkomst 25 gedane betalingen, steeds vanaf de datum van betaling tot aan de dag van voldoening;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van eisende partij gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht € 199,00
voor het exploot van dagvaarding € 84,31
voor salaris van gemachtigde € 1.000,00
---------------
totaal € 1.283,31
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;

III. veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat eisende partij geen verplichtingen heeft uit de in deze procedure betrokken lease-overeenkomsten, met uitzondering van lease-overeenkomst 23, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,00;

IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BE9922

Groeten,
Piet

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Op 10 september heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan in een Dexia zaak waarbij de gedupeerde geen gebruik had gemaakt van de opt out regeling.
De rechtbank was, zoals intussen al meerdere rechtbanken, hier duidelijk in:
7. Gelet op vorenstaande blijft de kantonrechter van oordeel dat, nu [eiser] geen opt-outverklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 BW heeft afgelegd en hij derhalve gebonden is aan de Duisenberg-regeling, diens vordering niet toewijsbaar is.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BF0104

De uitspraak is duidelijk, maar volgens mij is het ook duidelijk dat de betrokken advocaat een grove fout heeft gemaakt door niet namens zijn cliënt een opt out verklaring in te dienen.
Juist in de periode dat namens de gedupeerde een dagvaarding werd opgesteld liep de opt out periode. De gedupeerde ging uit van de kennis van de advocaat en kon dan ook verwachten dat de advocaat juridisch correct zou handelen. Hier hoorde ook de opt out verklaring bij.

Deze uitspraak geeft weer aan dat de combinatie van niet betalen en geen opt out verklaring zal leiden tot een zeker verlies bij de rechtbank.
Een betalingsregeling bij Dexia of EDR is m.i. voor deze groep de beste oplossing, hoe frustrerend het ook zal zijn.

Groeten,
Piet

Oom Dagobert
Berichten: 1701
Lid geworden op: 07 jul 2003 16:29

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Oom Dagobert »

Een betalingsregeling bij Dexia of EDR is m.i. voor deze groep de beste oplossing, hoe frustrerend het ook zal zijn.
Met dank aan o.a. de Consumentenbond.

Procesvoerder
Berichten: 689
Lid geworden op: 12 jul 2006 12:26

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Procesvoerder »

Onmiddellijk zo'n lakse advocaat aanpakken! Niet alleen via het tuchtrecht maar eventueel ook voor de civiele rechter en een schadevergoeding eisen. Hij is er tenslotte beroepshalve verplicht voor verzekerd.

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Op 29 oktober 2008 heeft de rechtbank Amsterdam een zestal uitspraken gepubliceerd.
Hieronder een kort overzicht van deze uitspraken, waarvan 5 van Leaseproces.

De eerste is een uitspraak van 20 augustus 2008.
Dit is een zorgplicht zaak en Dexia moet 65 % van de schade vergoeden.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG1986

De tweede zaak is ook van 20 augustus 2008 en ook een zorgplicht zaak
De gedupeerde wordt ingedeeld in cat 3 en moet 65 % van de schade zelf betalen.
Dit levert echter toch nog een kleine veroordeling van betaling door Dexia op gezien de verhouding inleg/restschuld.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG1983

Ook de derde zaak is van 20 augustus en is ook een zorgplichtzaak.
In principe was cat 2 van toepassing mar de rechter is van oordeel dat de gedupeerde beleggingservaring had en heeft cat 3 toegewezen.
De gedupeerde moet 85 % van de schade voor rekening nemen.
Ondanks deze tegenvaller is het nog wel beter als de Duisenberg regeling.
Gezien het soort contract had de gedupeerde slechts 10 % korting op de restschuld gekregen via de Duisenberg regeling..
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG1996

De vierde zaak is van 27 augustus en ook een zorgplichtzaak.
Cat 2 is in principe van toepassing, maar, gezien de omstandigheden ten tijde van het afsluiten van het contract, wijkt de rechter hier van af en veroordeelt Dexia tot vergoeding van 70 % van de schade.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG1991

De vijfde zaak is van 8 oktober 2008 en is een zorgplichtzaak.
Ook in deze zaak moet Dexia 65 % van de schade vergoeden.
Deze uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG2003

De zesde zaak is van 29 oktober 2008 en gaat over het indienen van de opt out verklaring door Leaseproces zonder toestemming van de betrokken gedupeerde.
De rechtbank oordeelt dat de opt out verklaring niet rechtsgeldig is en de gedupeerde dus niet kan procederen en verplicht is de Duisenberg regeling te accepteren
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BG1981

Groeten,
Piet

peewee
Berichten: 2195
Lid geworden op: 15 mar 2004 12:00

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door peewee »

Piet,

Mij valt op dat in alle 4 hierbovengenoemde vonnissen de kantonrechter zich explicieter uitlaat dan in tal van eerdere vonnissen over de omvang van de zorgplicht. Concreet geeft de kantonrechter aan dat Dexia had moeten verifieren bij de klant of deze begreep dat de kans zeer groot was dat hij verlies zou (kunnen) gaan lijden. Blijkbaar is de Rechtbank Amsterdam eindelijk gaan inzien dat een deelnemer aan een leaseproduct inderdaad (statistisch bezien) een grotere kans had op een slechter resultaat dan met een gewone spaarrekening.

In het laatste zit hem ook exact de kern van de misleiding. In veel folders van leaseproducten wordt gebruik gemaakt van statistisch cijfermateriaal dat misleidend wordt gepresenteerd. Zo werd in folders (zie ook de database FOLDERS EN BROCHURES op de PAL website) steeds gerept van eerdere GEMIDDELDE stijgingen van indexen of bepaalde aandelen. Een GEMIDDELDE stijging per jaar is echter volstrekt irrelevant, omdat de MODUS (de modale stijging) hiervan zeer ten nadele kan afwijken. Bij een leaseproduct wordt pas op de einddatum duidelijk of er sprake is van winst of verlies. De aandelen in een leaseprodiuct met een looptijd van 5 jaar kunnen 4 jaar en 11 maanden keurig (gemiddeld met 10%) in waarde stijgen, maar wanneer vlak voor de einddatum de aandelen met 40 of 50% in waarde kelderen, heb je niets aan een gemiddeld stijging. De gemiddelde stijging die in de jaren eraan voorgaande heeft plaatsgevonden is dan van nul of generlei betekenis.


Voor een uitleg over hoe misleidend de term ''gemiddelde'' kan uitpakken ten opzichte van ''de modale stijging'''' verwijs ik naar het boek van John Allan Paulos, ''De gecijferde mens'' (een vertaling uit het Engels) in te zien of te lenen in iedere Openbare Bibliotheek in de grotere en middelgrote steden in Nederland. Het lezen van dit boek is niet alleen aanbevelenswaardig voor rechters, maar ook voor voormalige leasedeelnemers, gezien hun veelal gebrekkige rekenvaardigheden.

Misschien een idee voor PAL om dit boek als kerstpakket aan het Dexia Team van de Rechtbank Amsterdam cadeau te doen. Het boek is, meen ik, al uit 1996 en dus is mogelijk voor een grijpstuiver bij De Slegte in de ramsj te koop.
Laatst gewijzigd door peewee op 31 okt 2008 12:49, 2 keer totaal gewijzigd.

Janny
Berichten: 2094
Lid geworden op: 27 aug 2003 21:15

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Janny »

Schrijver: PAULOS, J.A.
Titel: De gecijferde mens. Overpeinzingen van een getallenman. Vert.B.Los.
Uitgever: Bert Bakker,1992. Z2-8-27
Bijz.: 334p.,ills. Paperb.
Prijs: 16.00 ( exclusief evt. verzendkosten

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Op 15 oktober heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan in een zorgplichtzaak.
De gedupeerde wordt ingedeeld in cat 1 en Dexia moet 85 % van de schade betalen.
Weer een goede uitspraak in een zaak van advocaat Hans Hoeksma uit Enschede.

De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 102008.htm

Groeten,
Piet

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Je zou zeggen dat Dexia, wijs geworden door alle uitspraken in depotconstructie zaken, wel zou schikken in depotzaken.
Nou niet echt dus, Dexia blijft de gedupeerden op onkosten jagen en laat de zaken gewoon voorkomen.
Dat dit niet echt in dank wordt afgenomen en zelfs tot betere uitspraken kan leiden is te lezen in de uitspraak van 15 oktober 2008 door de rechtbank Amsterdam in een depotlease zaak.
Niet alleen wordt er conform de voorbeeld uitspraak in depotlease zaken gevonnist, maar ook de andere 2 contracten die niet onder depot vallen worden van cat 2 naar cat 1 gebracht.
Dexia moet voor deze 2 contracten 80 % van de schade vergoeden
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 2008-1.htm

Keer op keer blijkt dat procederen vaak veel meer oplevert als de wazige Duisenberg regeling die ons door de strot is geduwd door Dexia, stichting Leaseverlies, VEB, de Consumentenbond, De Nederlandsche Bank en onze overheid, die het belang van financiële instellingen hoger in het vaandel heeft staan als de belangen van de gewone burger.

Dus gaan we gewoon door met procederen en trekken ons niets aan van het verzoek van Dexia om de rechtszaken voor de zoveelste keer weer stil te leggen.
Velen zitten al jaren aan een onterechte BKR registratie vast en willen hier nu eindelijk eens een keer van af.
De gedupeerden van bovengenoemde rechtszaak zijn er eindelijk van af, na jarenlange vertraging.
Hopelijk volgt de rest snel.

Hier kun je zelf ook invloed op uitoefenen.
Bel je advocaat en vraag wat de datum is van de volgende rolzitting.
Vele advocaten hebben de zaak van de gedupeerde vaak nog niet eens aangebracht of laten deze bewust in de schorsing zitten van 2005/2006 en houden de gedupeerde aan het lijntje.
De smoes van advocaten dat de rechtbank zo traag is, is vaak niet waar en is makkelijk te controleren door te vragen naar de datum van de volgende rolzitting.

Groeten,
Piet

NewDutchie
Berichten: 299
Lid geworden op: 01 jun 2007 16:08

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door NewDutchie »

Blijkt maar weer dat het hebben van een goede advocaat essentieel is. Gelukkig hadden wij die via PAL/Piet!

zoex
Berichten: 407
Lid geworden op: 18 nov 2003 08:37

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door zoex »

Of de gedupeerden ervan af zijn is nog maar de vraag want de kans dat Dexia in hoger beroep gaat is ook nog mogelijk.

B17
Berichten: 959
Lid geworden op: 23 okt 2006 11:22

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door B17 »

Dexia zal nooit nalaten om je een poot uit te draaien, zij hebben je
geld nodig dat jij hun hebt toevertrouwt voor een kantoor in Zimbabwe,
dat kunnen zij ook woekerrente's betalen over certificaten enz.


b17

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

Op 24 september 2008 heeft de rechtbank Amsterdam twee uitspraken gedaan in eegalease zaken.
Het ging om een echtpaar en wederzijds zijn de contracten vernietigd.
De partners hadden ieder hun eigen procedure (?), maar in de hoorzitting werden beide zaken tegelijkertijd behandeld.
De vernietigingen zijn gedeeltelijk afgewezen.
- De vernietiging van het originele contract is afgewezen maar de vernietiging van het verlengingscontract is toegewezen.
- Ook al wisten de partners van elkaar dat zij een contract afsloten is de vernietiging toch toegewezen.

Dit is belangrijke jurisprudentie voor andere soortgelijke zaken!
De rechter oordeelde in de ene zaak o.a.:
4.4. De verjaringstermijn voor dit beroep is driejaar en vangt aan op het moment dat de niet-handelend echtgenoot bekend wordt met het bestaan van de overeenkomst. Bij de beoordeling van de vraag of het beroep op het vernietigingsrecht in het onderhavige geval is verjaard dient een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds de lease-overeenkomst en anderzijds de verlengingsovereenkomst, waarbij wordt opgemerkt dat de schriftelijke toestemming ontbreekt voor zowel de lease-overeenkomst als de verlengingsovereenkomst. Ter comparitie hebben [Y] en [X] verklaard dat zij over en weer van het bestaan van eikaars lease-overeenkomsten op de hoogte waren. Dit betekent dat het beroep op vernietiging ten aanzien van de lease-overeenkomst reeds op grond hiervan niet opgaat. Immers, het beroep in de hiervoor onder 1.11 genoemde brief van 9 maart 2005 is niet binnen de daartoe geldende termijn van driejaar na het aangaan van de leaseovereenkomst gedaan. Ten aanzien van de lease-overeenkomst wordt de daarop gebaseerde vordering dan ook afgewezen. Dit geldt evenwel niet voor zover het betreft de verlengingsovereenkomst. Het beroep op vernietiging van de verlengingsovereenkomst heeft wel tijdig plaatsgevonden.
Nu ten aanzien van deze overeenkomst wel sprake is van een rechtsgeldige vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de verlengingsovereenkomst te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden.
In de andere zaak oordeelde de rechter o.a.:
4.4. De verjaringstermijn voor dit beroep is drie jaar en vangt aan op het moment dat de niet-handelend echtgenoot bekend wordt met het bestaan van de overeenkomst. Ter comparitie hebben [X] en [Y] verklaard dat zij over en weer van het bestaan van elkaars lease-overeenkomsten op de hoogte waren. Het beroep op vernietiging ten aanzien van lease-overeenkomst I en II gaat reeds op grond hiervan niet op nu het beroep hierop is verjaard. Immers, eerst bij brief van 6 april 2004 heeft [Y] een beroep op de hiervoor bedoelde vernietigingsgrond gedaan. De daarop gebaseerde vordering wordt ten aanzien van deze lease-overeenkomsten dan ook afgewezen. Het beroep op vernietiging van lease-overeenkomst IV heeft wel tijdig plaatsgevonden, namelijk bij brief van 12 januari 2004. Nu sprake is van een rechtsgeldige vernietiging dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van lease-overeenkomst IV te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter zake van die leaseovereenkomst van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde dividenden.
De uitspraken zijn hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092008.htm
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 2008-1.htm

Het blijft frustrerend dat de rechtbank Amsterdam nog steeds weigert om dit soort uitspraken met belangrijke jurisprudentie te publiceren.

Groeten,
Piet

MartijnA3
Berichten: 62
Lid geworden op: 17 jan 2005 15:59

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door MartijnA3 »

Geplaatst op 28 Aug 2008 12:09 door MartijnA3


--------------------------------------------------------------------------------

Uitspraak in mijn zaak is geweest.

Categorie 2, 60% voor rekening van dexia + wettelijke rente - uitgekeerde dividenden.
Vandaag, 1 dag voor de termijn verstreek, stond een deurwaarder voor de deur met de mededeling dat Dexia in hoger beroep gaat. :?

Piet
Berichten: 4389
Lid geworden op: 02 jul 2003 21:20

Re: Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Ongelezen bericht door Piet »

In een eerdere posting maakte ik melding van een uitspaak waarin de rechter de verlenging van de W3D als een nieuw contract zag waardoor de vernietiging van de verlenging wel werd toegewezen en de vernietiging van het originele contract werd afgewezen.
Ook in Leaseproces zaken zijn dergelijke uitspraken gedaan.
Hier de uitspraak door de rechtbank Amsterdam van 10 september 2008 :
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092008.htm

De rechter oordeelt o.a.:
Het aangaan van de verlengingsovereenkomst is weliswaar een voortbouwing op de lease-overeenkomst, doch hiervoor is gezien de praktische gang van zaken - te weten het ondertekenen van een verlengingsovereenkomst, er heeft geen stilzwijgende verlenging plaats - een nieuwe rechtshandeling noodzakelijk waarvoor (opnieuw) de toestemming van de echtgenoot is vereist. De verjaringstermijn voor dit beroep is drie jaar, zodat er gelet op de datum waarop de verlengingsovereenkomst is aangegaan en de datum waarop de vernietigingsbrief is verzonden een tijdige vernietiging heeft plaatsgehad. Anders dan dat Dexia heeft gesteld oordeelt de kantonrechter dat, nu door Dexia zelf voor de verlengingsovereenkomst dezelfde benaming en contractnummer wordt gebruikt als voor de verlenging, de verwijzing in de vernietigingsbrief naar de naam van de lease-overeenkomst en het contractnummer met zich brengt dat hieruit in alle redelijkheid kan worden afgeleid dat zowel de vernietiging van de lease-overeenkomst als die van de verlengingsovereenkomst is beoogd.

4.5. Nu sprake is van een rechtsgeldige vernietiging van de verlengingsovereenkomst 3a dienen alle betalingen van eisende partij aan Dexia ter zake van deze verlengingsovereenkomst te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen eisende partij ter zake van die overeenkomst van Dexia ontvangen heeft
Groeten,
Piet

Gesloten