Warmtenet duurder dan gas: oplossing blijft uit

Aangesloten zijn op een warmtenet betekent toekomstbestendig wonen. Immers, in 2050 moeten alle huizen in Nederland aardgasvrij zijn. De tarieven die de circa 500.000 warmtenet-gebruikers dit jaar betalen zijn alleen voor het tweede jaar op rij verdubbeld en ze betalen inmiddels meer dan dat ze zouden betalen als een gasaansluiting hadden. Vreemd, want wettelijk is vastgelegd dat afnemers van een warmtenet niet meer zouden mogen betalen dan mensen met een gasaansluiting. Hoe kan dat?

Om de klimaatdoelen van Parijs te halen moeten alle woningen in Nederland van het gas af. Nieuwe woningen worden grotendeels al gasvrij opgeleverd en ook bestaande woningen worden steeds meer aan warmtepompen en warmtenetten aangesloten. In 2030 moeten er naast de bestaande 500.000-warmtenet huizen, nog eens 500.000 aan warmtenetten worden aangesloten. 

Restwarmte uit industrie

Op veel plekken in Nederland is warmte beschikbaar die anders verloren zou gaan. Bijvoorbeeld restwarmte uit de industrie zoals afvoerwater, koelwater of afvoerlucht. Deze warmte wordt op steeds meer plekken gebruikt om huizen te verwarmen. De mensen die aangesloten zijn op zo'n warmtenet betalen een door de Autoriteit voor Consument en Markt (ACM) vastgestelde prijs. 

De ACM berekent die prijs op basis van de in de wet verankerde berekeningen. Omdat de overheid afnemers van warmtenetten willen beschermen tegen woekerprijzen, is er in de wet het Niet-meer-dan-anders-principe vastgelegd. Dat betekent dat afnemers van warmte niet meer mogen betalen dan afnemers van gas. 

Om dat te bereiken is de warmteprijs al jaren aan de gasprijs gekoppeld (terwijl deze mensen geen gas gebruiken in het verwarmingsproces van hun huis en tapwater). De loskoppeling van de prijs van gas is een heet hangijzer, clubs als de Woonbond en Vereniging Eigen Huis vragen hier al jaren om. Zelfs de minister wil het anders, maar een berekening op basis van reële kosten is heel ingewikkeld. En dat is de reden dat er nog steeds geen nieuwe rekenmethode is. 

90,91 euro per gigajoule

De prijs voor warmte is dit jaar door de ACM vastgesteld op 90,91 euro per gigajoule. Een gigajoule komt overeen met de warmte die ontstaat bij 31,6 kubieke meter gas. Naast de gigajoule prijs betaalt de gebruiker nog vastrechtkosten, variërend van zo'n 450 en 550 euro per jaar. De prijs voor warmte is de afgelopen jaren flink gestegen:

Warmtetarieven

ACM Maximum

28,47

26,06

25,51

53,95

90,91

Eneco

28,47

26,63

24,60

43,76

90,91

Eteck

25,51

48,56

90,91

Ennatuurlijk

22,65

23,99

22,76

42,92

78,24

Vattenfall

26,15

25,90

25,51

39,41

76,45

HVC

27,04

24,77

24,23

39,49

75,63

SVP

28,47

26,06

25,51

36,22

65,21

Verdubbeling niet beredeneerbaar

De stijging komt door de stijging van de gasprijs. Alleen, voor warmte uit warmtenet wordt praktisch geen gas gebruikt. Als er al gas gebruikt wordt gaat het om enkele procenten. Een stijging zou dus beredeneerbaar zijn, maar een verdubbeling niet.

Niet alle leveranciers rekenen de ACM-hoofdprijs. Stadsverwarming Purmerend (SVP) zegt dat de kosten tot stand komen op basis van hun verwachting van de kosten in 2023. Ze moeten hun prijs wel verdubbelen, maar blijven ruim 25 euro per Gj onder het ACM-tarief, net als vorig jaar.

Vattenfall zegt dat zij niet zoveel kosten maken voor de inkoop, personeel, materiaal etc. Zij baseren een tarief op de daadwerkelijke en ingeschatte kosten, niet op wat zij maximaal mogen vragen: 'Dat zou oneerlijk zijn naar de klant'. Eneco legt in een video aan klanten uit dat warmtenetgebruikers goedkoper uit zijn dan gasgebruikers.

Verschillen bij overheidsorganisaties

Opmerkelijk is dat het prijsplafond door dezelfde overheid op 47,38 is gezet per Gj. De ene overheidsorganisatie zegt dus: 90,91 is de juiste prijs, de ander zegt: dat is te duur, we maken er 47,38 van. Het prijsplafond op gas en stroom gaat over marktprijzen waar sprake is van concurrentie, maar bij de warmtenetten is die concurrentie er niet en bepaalt de overheid de prijs per warmte eenheid. 

Annelies Huygen is bijzondere hoogleraar Ordening van energiemarkten en doet onderzoek naar warmtenetten. Het valt haar op dat de tarieven in Nederland veel hoger zijn dan in andere landen: 'Echt wel dubbel zo hoog en soms nog wel hoger, zeker als je het vergelijkt met Denemarken, Duitsland of Zweden. En voor mij is niet duidelijk hoe dat kan omdat wij zo weinig inzicht hebben hier in de kosten van warmte'.  

Overstappen geen optie

Overstappen is overigens geen optie: een warmtenet wordt door een aanbieder uitgerold en bepaalt daarmee ook de prijs. Je kan dus niet naar een andere leverancier en opzeggen is vaak onmogelijk door een boete die je tekent bij aankoop van je huis. Dat zie je ook in onze uitzending over warmtenet Eteck.  

Radar heeft minister Jetten uitgenodigd om in de studio uitleg te geven over de kosten voor warmtenet gebruikers. Hij wilde hier geen gebruik van maken. Hij laat in een reactie weten dat de gebruiker beschermd is tegen hoge prijzen, dat er maximumtarieven gelden en dat er hard aan een nieuwe warmtewet gewerkt wordt. 

De ACM zegt al sinds 2015 van de koppeling van de warmteprijs aan de gasprijs af te willen. In de nieuwe wet, die waarschijnlijk in 2025 van kracht wordt, krijgen klanten een op kosten gebaseerd tarief.  in een reactie de wet uit te voeren De wetgever heeft bepaald dat de ACM het maximumtarief moet vaststellen op basis van de gasprijs op 1 januari. Dit wordt de gasreferentie of het niet-meer-dan-anders principe genoemd.

Eneco, die het maximumtarief van de ACM hanteert, zegt dat het de prijzen zo laag mogelijk als verantwoord houdt: 'Voor 2023 geldt helaas dat we hierbij op het maximum GJ-tarief uitkwamen.'

Lees hier de volledige reacties van minister Jetten, ACM, Eneco en Vattenfall.